Publicaties - Uncategorized

Verklaring naar aanleiding van Wereldvluchtelingendag – 20 juni

De mondiale dimensie van gedwongen migratie

Wereldwijd bereiken de aantallen mensen die hun huis ontvluchten wegens oorlog, binnenlandse conflicten, vervolging en schendingen van de mensenrechten ongekende hoogten. Volgens gegevens van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) waren er eind 2023 117,3 miljoen personen die door conflict, geweld of onderdrukking gedwongen ontheemd waren. Dit cijfer omvat vluchtelingen, asielzoekers, intern ontheemden en staatlozen. Deze steeds toenemende realiteit van gedwongen migratie bevat méér dan statistieken; zij omvat de tragische verhalen van miljoenen mensen die van hun thuis zijn losgerukt, van hun dierbaren gescheiden en geconfronteerd met een onzekere toekomst.

Vluchteling‑zijn staat voor een zware reis vol scheiding en onzekerheid. Mensen vertrekken vaak met niet meer dan een paar bezittingen en laten alles waarin zij vertrouwen achter. Onderweg worden zij geconfronteerd met dorst in de woestijn, het risico om op zee te verdrinken en de mogelijkheid van afwijzing of terugzending aan grenzen. De last van deze ontheemding is niet alleen fysiek maar ook diep psychologisch: zij dragen het zware gewicht van gescheiden zijn van hun vaderland, hun gezin en hun toekomst. Desondanks blijft de zoektocht naar een veiliger leven en een plek waar hun fundamentele rechten worden gerespecteerd de krachtigste drijfveer die miljoenen vluchtelingen op de been houdt.

Het recht op asiel en het internationaal recht

Iedere mens heeft recht op een veilig bestaan en op een behandeling die de menselijke waardigheid eerbiedigt; dit recht wordt verankerd in het internationale recht. Artikel 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens verklaart dat alle mensen vrij en gelijk in waardigheid en rechten worden geboren, terwijl artikel 14 bepaalt dat iedereen die vervolging vreest het recht heeft asiel te zoeken en te verkrijgen in een ander land. Deze principes vormen de morele en juridische basis voor de internationale bescherming van vluchtelingen.

Op dit morele fundament zijn het Verdrag van Genève uit 1951 en het aanvullende Protocol van 1967 gebouwd, die de status en de rechten van vluchtelingen nauwkeurig regelen en staten bindende verplichtingen opleggen. Artikel 1 van het Verdrag definieert een vluchteling als iemand die, wegens gegronde vrees voor vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of politieke overtuiging, zich buiten het land van herkomst bevindt en niet in staat of bereid is terug te keren. Deze definitie toont aan dat vluchteling‑zijn in wezen draait om het ontvluchten van vervolging en het zoeken naar bescherming.

Het internationale recht verplicht staten een veilig toevluchtsoord te bieden aan personen die vervolging ontvluchten. Centraal staat het beginsel van non‑refoulement, dat de gedwongen terugzending van vluchtelingen of asielzoekers naar gebieden waar hun leven of vrijheid wordt bedreigd verbiedt. Dit beginsel, dat in het Verdrag van 1951 en het Protocol van 1967 is verankerd, vormt de hoeksteen van de vluchtelingenbescherming. Daarnaast bieden het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) en andere regionale mensenrechteninstrumenten aanvullende waarborgen, ook al regelen zij het asielrecht niet rechtstreeks. Het verbod op foltering en onmenselijke of vernederende behandeling (artikel 3 EVRM) en het recht op gezinsleven (artikel 8 EVRM) scheppen een juridische basis om te voorkomen dat asielzoekers worden teruggestuurd naar plaatsen waar zij gevaar lopen, en om familie‑eenheid te beschermen.

Integratie in een nieuw land en de uitdagingen

Voor een vluchteling eindigt de moeilijke reis niet zodra hij of zij veilig grondgebied heeft bereikt; integendeel, een nieuw bestaan brengt andere obstakels met zich mee. In het gastland kunnen vluchtelingen te maken krijgen met taalbarrières en moeite hebben om sociale structuren te begrijpen. Zelfs wanneer zij gekwalificeerd zijn, worden hun diploma’s of vaardigheden vaak niet erkend, wat de toegang tot de arbeidsmarkt bemoeilijkt en de economische onafhankelijkheid in de weg staat. Ook in de basisvoorzieningen – huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs voor kinderen – stuiten zij op bijkomende hindernissen.

Internationale instrumenten herinneren staten eraan dat zij verantwoordelijk zijn om vluchtelingen in staat te stellen een waardig leven op te bouwen in hun nieuwe samenleving. Het Vluchtelingenverdrag van 1951 benadrukt het principe van gelijke behandeling met de plaatselijke bevolking en kent vluchtelingen een scala aan rechten toe, waaronder het recht op arbeid, onderwijs, huisvesting, godsdienstvrijheid, toegang tot de rechter en passende identiteits‑ en reisdocumenten. Niettemin is het van cruciaal belang dat gastlanden deze verplichtingen daadwerkelijk nakomen en discriminatie resoluut bestrijden.

Een andere belangrijke kwestie is het recht op gezinshereniging. Gedwongen ontheemding scheidt families; partners, kinderen en ouders raken dikwijls verspreid over verschillende landen. Gezinshereniging is zowel een humanitaire noodzaak als een recht dat in het internationale recht wordt erkend. Hoewel het EVRM het asielrecht niet expliciet regelt, ziet het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de bescherming van de familie‑eenheid als onderdeel van het recht op privé‑ en gezinsleven (artikel 8). Gastlanden dienen daarom menswaardige, flexibele procedures te hanteren om gezinsleden te herenigen en zo het psychologisch herstel en de maatschappelijke integratie van vluchtelingen te bevorderen.

Hoop, veerkracht en menselijke waardigheid

Hoewel de verhalen van vluchtelingen doordrenkt zijn van pijn en verlies, tonen zij ook de enorme veerkracht van de menselijke geest en een onverwoestbare hoop. Zij die vervolging, oorlog of de dreiging van de dood ontvluchten, proberen een nieuw begin te maken, gesteund slechts door hun hoop in plaats van wat zij moesten achterlaten. Ondanks aanhoudende trauma’s blijven vluchtelingen vastberaden werken aan een betere toekomst.

Menselijke waardigheid is een onvervreemdbare waarde die aan de basis ligt van alle internationale mensenrechtennormen. Terwijl vluchtelingen strijden om hun waardigheid te bewaren, herinneren zij de wereld aan het universele karakter van mensenrechten. Geen mens mag wegens geboorteplaats of identiteit worden onderworpen aan vernederende behandeling. De moeilijke omstandigheden waarmee vluchtelingen worden geconfronteerd onderstrepen het belang van gelijkheid, barmhartigheid en menselijkheid in onze samenlevingen.

Oproep tot solidariteit en een op rechten gebaseerde benadering

Ter gelegenheid van Wereldvluchtelingendag doen wij een open oproep aan de wereldgemeenschap en besluitvormers: onze benadering van de vluchtelingencrisis moet volledig gebaseerd zijn op rechten en niet gestuurd worden door kortstondige politieke belangen. Het lijden van vluchtelingen betreft het gezamenlijke geweten van de mensheid en het antwoord dat wij op deze crisis geven vormt een toetssteen voor onze waarden van solidariteit en menselijkheid.

Wij roepen in de eerste plaats staten op hun internationale verplichtingen na te komen. Niemand die bescherming zoekt mag, in strijd met het non‑refoulement‑beginsel, worden teruggestuurd naar gebieden waar zijn leven of vrijheid wordt bedreigd. Veilige en legale toegangswegen tot asiel moeten openblijven en vluchtelingen moeten toegang hebben tot eerlijke procedures. Iedere staat moet, in de geest van internationale solidariteit, naar vermogen verantwoordelijkheid dragen en mensenrechten centraal stellen in haar beleid.

Ook de maatschappij heeft een rol te spelen: vooroordelen en discriminatie moeten worden bestreden en er moet een cultuur van samenleven worden bevorderd. Wij doen een beroep op maatschappelijke organisaties, academische kringen, media en individuele burgers om solidair te zijn met vluchtelingen, hun stem te laten horen en onjuiste informatie te corrigeren. Haatzaaiende uitlatingen en xenofobie horen geen plaats te hebben in een samenleving die mensenrechten hooghoudt.

Samengevat luidt onze oproep als volgt: laten wij samen stappen ondernemen voor een wereldorde waarin de rechten van vluchtelingen worden geëerbiedigd, waarin zij waardig kunnen leven en waarin zij als gelijke leden deel uitmaken van onze samenlevingen. Op Wereldvluchtelingendag verklaren wij dat wij het lijden van elke ontheemde persoon delen en hun hoop als de onze beschouwen. Door samen te komen in solidariteit en mensenrechten als leidraad te nemen, kunnen wij voorbij grenzen een gemeenschapszin opbouwen.

Met hoogachting aan het publiek kenbaar gemaakt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *